Expertises Sectoren

Delen

08.04.2020

Kunnen corona-overtreders op hun rechtsbijstandsverzekeraar rekenen?

Corona grijpt in op éénieders leven. Onze spreekwoordelijke vrijheid van handel en wandel wordt meer dan één bank achteruit gezet. Net omdat we er met zijn allen van overtuigd zijn dat dit in éénieders belang is gebeurt dit veelal zonder morren. Naarmate de quarantainemaatregelen langer duren – én zich emotioneel en financieel almaar sterker laten gevoelen – zullen de zenuwen alsmaar strakker gespannen gaan staan. Wellicht geldt dit ook voor onze politieambtenaren. Op hen rust de ondankbare taak om die regels – het moet gezegd, inderhaast uitgevaardigd én bijgevolg niet altijd even duidelijk - ook te handhaven, desnoods strafrechtelijk.

Overtreders worden ondertussen geverbaliseerd, ondervraagd, al dan niet met bijstand van een advocaat en uiteindelijk bestraft met een geldboete (eventueel een GAS-boete), dan wel gedagvaard voor de correctionele rechtbank. De vraag rijst of de betrokkenen gedurende al deze etappes van de strafrechtelijke rechtsgang rechtsbijstand genieten in het kader van de verschillende in omloop zijnde rechtsbijstandsverzekeringspolissen.

Het past daarbij onderscheid te maken tussen de rechtsbijstand in de polis auto (RB Auto), de gezinsaansprakelijkheidspolis (RB Familiale) en de algemenere, zelfstandige rechtsbijstandsverzekeringspolissen (onder andere, maar niet uitsluitend, de zogenaamde ‘polis Geens’).

In RB Auto dreigt de vraag om rechtsbijstand te struikelen over de voorwaarde dat er een inbreuk dient voor te liggen “op de wetten en de reglementen op het wegverkeer”, wat in casu niet het geval is. Een overtreding van bijvoorbeeld de regels in verband met de niet-essentiële verplaatsingen kan weliswaar begaan worden met een verzekerd voertuig, doch het betreft als dusdanig geen inbreuk op de wetten en de reglementen op het wegverkeer. Het gaat om een inbreuk op het Ministerieel Besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van Covid-19 te beperken, dat op zijn beurt genomen wordt in uitvoering van de Wet m.b.t. de civiele bescherming van 31 december 1963 en de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Toch zijn er rechtsbijstandsverzekeringen die een ruimere waarborgomschrijving hanteren. Zo zijn er all-risk polissen op de markt die ‘rechtsbijstand geven in alle juridische conflictsituaties die te maken hebben met het bezit, de eigendom en het gebruik van de verzekerde motorvoertuigen, tenzij er een uitsluiting zou voorzien zijn in de rubriek ‘Nooit gewaarborgd’. Met dergelijke polislibellering lijkt de dekking toch verworven te zijn.

In RB Familiale lijken er op het eerste gezicht meer mogelijkheden te zijn. Er mag wel gevreesd worden dat de maatschappijen de schadegevallen – wat mij betreft ‘al te voortvarend’ - zullen proberen af te wijzen wegens het feit dat het om ‘opzettelijke’ misdrijven zou gaan. In dit verband dient er toch op gewezen te worden dat de hier voorliggende misdrijven ook strafbaar zijn zonder dat er van enig opzet sprake is. In die zin zou de klassieke uitsluiting ‘opzettelijke misdrijven’ niet mogen spelen. Minstens één rechtsbijstandsverzekeraar maakt deze volkomen terechte nuance ook door in zijn algemene voorwaarden uitdrukkelijk te preciseren wat hij verstaat onder een onopzettelijk misdrijf, nl. “misdrijven zoals verkeersovertredingen die strafbaar zijn zonder dat u ze opzettelijk hebt gepleegd”. De analogie met de hier voorliggende misdrijven ligt voor de hand. Ook de niet-opzettelijk gepleegde niet-essentiële verplaatsing (bijvoorbeeld omdat u zich verplaatste ter uitoefening van een niet-essentieel beroep, of nog omdat u zich – als jonge alleenstaande vader met uw peuters – met de wagen verplaatste naar een wat verderop gelegen bos voor een deugddoende wandeling) is strafbaar.

Geval per geval zal voorts ook moeten uitgemaakt worden of de rechtsbijstand ook geldt voor Salduz-bijstand (de bijstand bij het verhoor) en/of voor verdediging tegen de GAS-sancties waarmee deze overtredingen voortaan ook kunnen bestraft worden. Het is vooral op dit punt dat de algemenere rechtsbijstandspolissen soms dekking verlenen.

Benevens burgers komen ook ondernemingen strafrechtelijk in beeld. De straffen zijn in hun hoofde overigens beduidend strenger. Benevens de straf als dusdanig riskeert de onderneming ook de sluiting. Omdat het veelal gaat om overtredingen van een wettelijke, reglementaire bepalingen, ressorteert de strafrechtelijke verdediging in principe onder de dekking, met dien verstande dat ook hier dikwijls het opzettelijk karakter van de overtreding zal worden opgeworpen. Bovendien luidt het in vele ondernemingspolissen dat er geen tussenkomst zal zijn wanneer “de normen van voorzichtigheid of van veiligheid, van de wetten, regels en gebruiken eigen aan de verzekerde activiteiten niet nageleefd worden, terwijl de schadelijke gevolgen (schadegevallen) van deze niet-naleving – naar de mening van elke persoon die normaal ter zake bevoegd is- vrijwel onvermijdelijk waren”. Deze bepaling zal minstens tot gevolg hebben dat er slechts tussenkomst verschuldigd is bij een eerste inbreuk… . De onderneming die desalniettemin volhardt in de boosheid dreigt bot te vangen.

Louter volledigheidshalve, naast strafrechtelijke rechtsbijstand kunnen rechtsbijstandsverzekeraars gebeurlijk ook bijstand verlenen op andere coronafronten. Dit valt echter buiten het bestek van dit bericht.