Expertises Sectoren

Delen

02.09.2019

Eerste arrest omtrent bewijskracht van ‘foutieve’ informatie op omgevingsloket is een feit!

Gelet op het feit dat het Omgevingsvergunningsdecreet (OVD) en het Omgevingsvergunningsbesluit (OVB) niet meer voorzien in de verplichte afgifte van een attest van aanplakking met daarin vermeld de eerste dag van aanplakking van een vergunningsbeslissing aan een belanghebbende derde die hierom verzoekt, was het de vraag op basis van welke gegevens een belanghebbende derde die een administratief beroep wenst in te dienen zijn beroepstermijn moest berekenen. In een recent arrest van 13 augustus 2019 (Arrest Nr. RvVb -S-1819-1296) heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) zich hierover uitgesproken. Meer bepaald heeft de RvVb geoordeeld dat belanghebbende derden, voor wat de berekening van hun beroepstermijn (bij de Deputatie) betreft, mogen uitgaan van de datum die op het omgevingsloket is ingebracht als datum ‘einde beroepsperiode derden’, ook al valt deze datum op een later tijdstip, zoals in de bewuste casus, dan de einddatum die blijkt uit de documenten die door de aanvrager in het omgevingsloket werden ingebracht. De RvVb stelt meer bepaald dat ‘de vermelding van de einddatum van de beroepstermijn in het omgevingsloket voor derden op het eerste gezicht de enige indicatie over de looptijd van de beroepstermijn (is)”. In het bewuste arrest onderbouwt de RvVb haar standpunt verder als volgt:

“Het omgevingsvergunningsdecreet voorziet immers niet in een attest van aanplakking, zoals voorheen het geval was, noch omvat artikel 57 OVB de verplichting om op de affiche van aanplakking de startdatum van de aanplakking te vermelden. Bovendien zijn de gegevens over de aanplakking in het omgevingsloket, met name de registratie van de startdatum van aanplakking en eventueel bijgevoegde foto’s, voor een derden zoals de verzoekende partijen via het publiek toegankelijk deel van het omgevingsloket op het eerste gezicht niet raadpleegbaar.  

Aangezien de omgevingsvergunningsprocedure in hoofdzaak digitaal verloopt, zoals ook in de regelgeving is vastgelegd, mogen derden er in die concrete omstandigheden dan ook op kunnen vertrouwen dat vermelde einddatum van de beroepstermijn in het omgevingsloket correct is. Er kan van een derde niet in die mate waakzaamheid worden vereist, en de vermelding van een einddatum van de beroepstermijn op het publieke luik in het omgevingsloket ondermijnt de plicht tot waakzaamheid overigens ook, dat hij zelf ook nog steeds bij de gemeente moet verifiëren wanneer de aanplakking in het omgevingsloket is geregistreerd.

Voor zover de gegevens van de aanplakking niet ter inzage liggen op grond van de bepalingen uit het artikel 63 OVB, dat die gegevens op het eerste gezicht niet uitdrukkelijk vermeldt, vallen derden, zoals de verzoekende partijen, terug op de generieke regeling inzake de toegang tot bestuursdocumenten uit het Bestuursdecreet van 7 december 2018. Gezien de besturen slechts binnen de in het Bestuursdecreet vermelde termijnen moeten beslissen om de inzage al dan niet toe te staan, loopt een derde op die manier het risico dat zijn beroepstermijn reeds is verstreken op het moment hij inzage in de gegevens van de aanplakking verkrijgt.”  

De rechtsonzekerheid die voor belanghebbende derden is ontstaan door de afschaffing door de decreetgever van de plicht van de algemeen directeur of zijn gemachtigde om te controleren of tot aanplakking werd overgegaan en de bevindingen van deze controle, met inbegrip van de eerste dag van aanplakking, in de vorm van een attest van aanplakking mee te delen aan wie erom verzoekt, wordt door de RvVb m.a.w. gemilderd door als einddatum van de beroepstermijn de datum te nemen die als ‘einde beroepsperiode derden’ op het omgevingsloket is ingebracht. Hoewel dit standpunt dat door de RvVb wordt ingenomen niet blijkt uit het OVD en het OVB, verdient dit wel bijval. Door de afschaffing van de gemeentelijke controleplicht en de daaraan verbonden afgifte van een attest van aanplakking, zal het namelijk vaak onmogelijk zijn voor belanghebbende derden om binnen de beroepstermijn van 30 dagen te achterhalen op welke datum deze beroepstermijn een aanvang heeft genomen.